Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen [te zamen] nederliggen, en [31]de leeuw zal stro eten, gelijk de os. 31. Dat is, de vorsten en heren zullen zich zowel laten leiden en regeren door de predikatie van het goddelijke Woord, als personen van minderen staat en aanzien; zij zullen altegaar met enerlei spijs of voeder, te weten met Gods Woord, gevoed worden.